Onderwijsresultaten

Onderwijsresultaten

Het Onderzoekskader van de inspectie geldt voor alle sectoren. Er zijn wel verschillen in het Waarderingskader, afhankelijk van de sectorwet. In het Waarderingskader zijn kwaliteitsgebieden, onderverdeeld in meerdere standaarden. Hieronder staan per sector de standaarden uit kwaliteitsgebied Onderwijsresultaten.

PO

Voor het PO zijn er 2 standaarden binnen het kwaliteitsgebied Onderwijsresultaten:

OR1 Resultaten

OR2 Sociale en maatschappelijke competenties

VO

Voor het VO zijn er 2 standaarden binnen het kwaliteitsgebied Onderwijsresultaten:

OR1 Resultaten

OR2 Sociale en maatschappelijke competenties

MBO

In het middelbaar beroepsonderwijs noemt men de onderwijsresultaten van een opleiding ook wel ‘het rendement’. Het gaat hierbij onder andere om de verhouding tussen studenten die de opleiding verlaten mét een diploma en de totale uitstroom van studenten uit de instelling. Het MBO is opgedeeld in vier niveaus (1 t/m 4), met elk een eigen leertraject en diploma. Onderwijsresultaten in het MBO worden op verschillende manieren gemeten en beoordeeld:

  1. Eindtermen en kwalificatiedossiers: Elke MBO-opleiding heeft een kwalificatiedossier met daarin de eindtermen (competenties, kennis en vaardigheden) die een student moet behalen om het diploma te kunnen behalen. Onderwijsresultaten worden beoordeeld op basis van de mate waarin studenten deze eindtermen behalen.
  2. Praktijk- en theorie-examens: In het MBO worden de onderwijsresultaten gemeten met behulp van theorie- en praktijkexamens. Deze examens toetsen de kennis, vaardigheden en competenties die de student tijdens de opleiding heeft opgedaan.
  3. Proeven van bekwaamheid: In sommige gevallen worden er ook proeven van bekwaamheid afgenomen. Dit zijn praktische opdrachten waarbij studenten laten zien dat ze het beroep in de praktijk kunnen uitoefenen. Proeven van bekwaamheid zijn bedoeld om te toetsen of studenten de geleerde vaardigheden en kennis in de praktijk kunnen toepassen.
  4. Stage of beroepspraktijkvorming (BPV): De stage of BPV is een belangrijk onderdeel van de MBO-opleiding. Tijdens de BPV krijgen studenten de kans om hun vaardigheden en kennis in de praktijk te brengen bij een leerbedrijf. De resultaten en beoordelingen van de BPV dragen bij aan de uiteindelijke onderwijsresultaten.
  5. Diplomering en slagingspercentages: Tot slot worden onderwijsresultaten in het MBO vaak uitgedrukt in diplomering en slagingspercentages. Dit zijn cijfers die aangeven hoeveel studenten de opleiding succesvol afronden en een diploma behalen. Deze percentages kunnen inzicht geven in de effectiviteit van het onderwijs en de opleiding.

In Nederland wordt studiesucces in het MBO vaak gemeten aan de hand van slagingspercentages en diplomering. De standaard voor studiesucces (OR3) is nieuw (2021-2025). In het algemeen worden de volgende indicatoren gebruikt voor OR3:

  1. Slagingspercentage: Het percentage studenten dat een opleiding succesvol afrondt en een diploma behaalt. Een hoger slagingspercentage duidt vaak op een hoger studiesucces.
  2. Rendement: Het percentage studenten dat binnen de vastgestelde studieduur (of een bepaalde uitloop) een diploma behaalt. Dit geeft inzicht in de efficiëntie van het onderwijs.
  3. Doorstroom: Het percentage studenten dat na het behalen van een diploma doorstroomt naar een hoger niveau binnen het MBO of naar het Hoger Beroepsonderwijs (HBO).
  4. Uitval: Het percentage studenten dat voortijdig stopt met de opleiding zonder diploma. Een lager uitvalpercentage is meestal een positieve indicator voor studiesucces.
  5. Arbeidsmarktpositie: De mate waarin gediplomeerde studenten een baan vinden in hun vakgebied of een aanverwante sector. Een goede arbeidsmarktpositie kan wijzen op succesvolle voorbereiding op de arbeidsmarkt door de opleiding.

In het MBO zijn dit de standaarden uit kwaliteitsgebied Onderwijsresultaten

Standaard OR1:
Gerealiseerde niveau van opleidingen
Deze standaard gaat over het niveau van de opleidingen en de mate waarin studenten de eindkwalificaties behalen die in de kwalificatiedossiers zijn vastgelegd. Dit omvat het beoordelen of studenten over de juiste kennis, vaardigheden en competenties beschikken die nodig zijn voor het behalen van het diploma. De Inspectie van het Onderwijs kijkt naar factoren zoals examenresultaten, proeven van bekwaamheid en beoordelingen van beroepspraktijkvorming (BPV) om te bepalen of een opleiding voldoet aan deze standaard:

  1. Examenresultaten: De Inspectie kijkt naar de resultaten van zowel theorie- als praktijkexamens om te bepalen of studenten de benodigde kennis en vaardigheden hebben verworven tijdens hun opleiding.
  2. Proeven van bekwaamheid: Proeven van bekwaamheid zijn praktische opdrachten waarbij studenten laten zien dat ze het beroep in de praktijk kunnen uitoefenen. De Inspectie beoordeelt de kwaliteit van deze proeven en de mate waarin studenten de geleerde vaardigheden en kennis in de praktijk kunnen toepassen.
  3. Beroepspraktijkvorming (BPV) beoordelingen: De beoordelingen van de BPV, ook wel stage genoemd, zijn van belang om te bepalen of studenten de kennis en vaardigheden die ze tijdens hun opleiding hebben opgedaan, effectief kunnen toepassen in de praktijk bij een leerbedrijf.
  4. Niveau van de eindkwalificaties: De Inspectie beoordeelt of de eindkwalificaties die in de kwalificatiedossiers zijn vastgelegd, voldoen aan de vereiste niveaus en of de opleidingen erin slagen om studenten op dat niveau te brengen.
  5. Kwaliteit van examinering: De Inspectie beoordeelt ook de kwaliteit van het examenproces, zoals de betrouwbaarheid en validiteit van de examens, en of de examens op een eerlijke en consistente manier worden afgenomen en beoordeeld.

    Standaard OR3: (let op: nieuwe standaard 2021-2025)
    Studiesucces
    De standaard OR3 richt zich op het studiesucces van de studenten en meet de effectiviteit van het onderwijs in het behalen van het diploma. De Inspectie van het Onderwijs kijkt naar indicatoren zoals slagingspercentages, rendement, uitval en doorstroom naar een hoger niveau of de arbeidsmarkt. Deze standaard geeft inzicht in hoe succesvol studenten zijn in het afronden van hun opleiding en het vinden van werk of het doorstromen naar een vervolgopleiding. Een hoog studiesucces kan een teken zijn van effectief onderwijs en goede begeleiding van studenten.

Binnen OR3 worden drie specifieke indicatoren gebruikt om studiesucces te meten: jaarresultaat, diplomaresultaat en startersresultaat. Hier is een uitleg van elk van deze indicatoren:

  1. Jaarresultaat: Het jaarresultaat is het percentage studenten dat binnen een studiejaar overgaat naar een volgend leerjaar, een diploma behaalt of doorstroomt naar een hoger niveau. Deze indicator geeft inzicht in de voortgang van studenten in hun opleiding en de mate waarin zij succesvol zijn in het behalen van hun leerdoelen binnen een bepaald studiejaar.
  2. Diplomaresultaat: Het diplomaresultaat is het percentage studenten dat binnen de vastgestelde studieduur (of met een bepaalde uitloop) een diploma behaalt. Dit geeft inzicht in de effectiviteit en efficiëntie van het onderwijs en helpt om te bepalen of studenten succesvol zijn in het afronden van hun opleiding. Een hoog diplomaresultaat kan een teken zijn van effectief onderwijs en goede begeleiding van studenten.
  3. Startersresultaat: Het startersresultaat betreft het percentage studenten dat na het starten van hun opleiding binnen een bepaalde periode een diploma behaalt, overstapt naar een andere opleiding of uitvalt. Deze indicator geeft inzicht in hoe succesvol studenten zijn in het begin van hun opleiding en kan helpen bij het identificeren van eventuele knelpunten in de begeleiding van nieuwe studenten.

Studiesucces Norm
Hoog
De opleiding voldoet aan de norm voor voldoende van alle drie de
indicatoren en voor het niveau van JR en DR geldt dat minimaal één
van beide gelijk of beter zijn dan de normen voor hoog
Voldoende De opleiding voldoet aan de norm voor voldoende als tenminste twee
van de drie indicatoren voldoen
Onvoldoende De opleiding voldoet niet als slechts één of geen van de drie
indicatoren aan de norm voor voldoende voldoet